9. Carolien begint in het noodlot te geloven

Carolien voelde dat het schuim op haar bovenlip bleef plakken en besloot toch maar het rietje te gebruiken. Tegen beter weten in had ze zich laten overhalen om een grote milkshake te bestellen, maar ze moest toegeven dat ze er met volle teugen van genoot deze traktatie uit haar jeugd opnieuw te beleven. Ze voelde zich al een stuk beter dan een half uur eerder, hetgeen ze volledig toeschreef aan de aanwezigheid van het vrolijke, tuinkabouterachtige creatuur dat tegenover haar zat. Misschien lag het aan de tijd van het jaar, maar in haar ogen was hij uit hetzelfde hout gesneden als de kerstman, zij het dan een kerstman met een leren broek en dito jasje aan.
God, wat praat die man veel, dacht ze, maar ze was blij even achteruit te kunnen gaan zitten terwijl iemand anders de teugels in handen nam. Het knagende gevoel dat ze eigenlijk moest werken vanavond verdween steeds verder naar de achtergrond.
"Dus je begrijpt, ik ben weer helemaal alleen. Niet dat ik dat erg vind, integendeel. Relaties brengen zoveel verantwoordelijkheden met zich mee, vind je niet?"
Haar gedachten dreigden af te dwalen maar ze zorgde ervoor een aandachtig luisterende houding aan te nemen, een van haar vele vaardigheden. Ze was zich ervan bewust dat mensen het nodig hadden om over hun problemen te praten en dat sommigen dat alleen konden tegenover iemand in een uniform met een insigne van heiligheid. Ondanks het soort leven dat hij leidde en de soms bizarre activiteiten waar hij zich mee bezig scheen te houden, herkende ze een eenzame ziel als ze er een tegenkwam. Hoe iemand eruit zag of wat voor uitstraling iemand ook had, als het over emotionele problemen ging waren alle mensen vrijwel gelijk. Ze verdacht Willem er ernstig van nogal egoďstisch te zijn op emotioneel gebied, en ook dat hij gewoon was mensen van zijn gelijk te overtuigen door eerst hun ego's te strelen. Ze besloot dat dat ook het een en ander zei over de oppervlakkigheid van zijn leven. Haar vooronderstellingen werden echter op losse schroeven gezet door zijn volgende vraag.
"Vertel eens, lieverd, hoe is het nou echt om bij het Leger des Heils te zitten? Ik weet eigenlijk helemaal niet wat jullie precies doen. Wat ik wel weet is dat ik jullie ideeën over mensen zoals ik niet bepaald kan waarderen, maar ik heb nooit de kans gehad het uit de eerste hand te horen."
Hij leunde voorover, keek haar recht in de ogen en steunde zijn kin op zijn handen in afwachting van haar antwoord.
"Weet je zeker dat je dit wilt horen, Willem. Ik dacht dat je nog een andere afspraak had?"
"O dat. Dat is een goede vriend, die bel ik later wel. Nee, ik wil graag horen wat je te vertellen hebt en ik beloof dat ik je zal laten uitpraten. Als ik alleen maar aan het woord zou blijven, zou ik je maar van je werk afhouden. Op deze manier kun je nog wat bijkomen en tegelijkertijd enige missionaire arbeid verrichten, alhoewel ik je moet waarschuwen dat mij overtuigen hetzelfde is als een hond vragen niet meer aan zijn ballen te likken. Ik geloof dat mensen op mijn leeftijd het leven hebben dat ze verdienen en ook ik ben tamelijk vastgeroest in mijn gewoontes maar nooit te oud om iets nieuws te leren."
Carolien keek hem onderzoekend aan. Hij was oprecht, dat kon ze zien. Misschien zou ze dan toch nog toekomen aan haar werk. Het maakte niet uit welke verloren ziel je probeerde te redden, en dus negeerde ze de stapel onverkochte Strijdkreten en de nog bijna lege collectebus in haar tas en begon te praten.
Na een poosje aan het woord geweest te zijn, pauzeerde ze even om zijn reactie te kunnen peilen. Ze bestudeerde zijn gezicht maar kon geen tekenen van verveling of verzet ontdekken. Integendeel, er was slechts oprechte interesse te lezen in zijn ogen en in zijn stem klonk geen neerbuigende toon door. Hierdoor aangemoedigd vervolgde ze haar verhaal over de missie van het Leger des Heils, af en toe een uitstapje makend naar haar persoonlijke ervaringen om het verhaal meer geloofwaardigheid te geven. Ze vertelde over de zorg voor en de opvang van daklozen en probeerde uit te leggen op welke verschillende manieren mensen in dergelijke situaties verzeild konden raken. Alle facetten van het welzijnswerk passeerden de revue, en ze legde uit hoe drugsverslaafden, alcoholisten en psychiatrische patiënten allen gelijk werden behandeld en hoe ze in de loop der jaren had geleerd mislukkingen te accepteren. Ook vertelde ze hoe vervelend ze de periode had gevonden dat ze zich met de inzameling van gebruikte kleding moest bezighouden, hoe vreselijk ze het vond om kleren van wildvreemde mensen aan te raken en zich toch verplicht voelde om in haar vrije tijd urenlang aan het benodigde verstelwerk te besteden. Ze sprak over haar veel oudere echtgenoot Ivo die majoor in het Leger was geweest en een jaar na hun huwelijk was overleden. Zijn dood had haar niet zozeer veel verdriet gebracht, maar ze had het wel heel erg betreurd dat hun samenzijn zo kort had geduurd.
"Wat vreselijk voor je. Het lijkt dat je steeds mensen verliest op het verkeerde moment." Willem nam haar hand in de zijne.
"Ja, maar in Ivo's geval ligt dat toch iets anders, ik hield namelijk niet van hem. We zijn niet uit liefde getrouwd maar ik hoopte dat ik van hem zou leren houden. Daar heb ik nooit de kans voor gekregen en dat is wat ik betreur."
Op dat moment verstoorde het elektronische belsignaal van Willems mobiele telefoon de conversatie.
"Shit. Sorry, Carolien. Ik zal hem wel uitzetten."
"Nee hoor, ga je gang. Misschien is het iets belangrijks."
Willem haalde de telefoon uit zijn jaszak en drukte op een knopje.
"Hallo met Willem."
"Hallo met mij."
Willem legde zijn hand over de microfoon en fluisterde tegen Carolien:
"Het is een vriend van mij. Ben zo klaar." Ze wuifde zijn excuses weg en nam een slokje van haar tweede milkshake.
"Marcel. Hoe is het? Hé, ik ben even in gesprek met iemand, kan ik je zo terugbellen?"
"In gesprek? Zeg maar dat hij zijn broek weer ophijst. Waar zit je? Je bent een half uur te laat!"
"O kut!" Willem sloeg een hand voor zijn mond en mompelde een verontschuldiging tegen de geamuseerde Carolien. "Marcel, sorry, ik was het compleet vergeten."
"Het is de leeftijd. Die hersencellen van jou zijn volledig aangetast door al die poppers! Schiet maar een beetje op met die dikke reet van je, ik moet je heel veel vertellen."
"Het spijt me maar het lukt niet, nog niet in ieder geval. Het is een lang verhaal maar het heeft niets met mannen te maken. Ik heb iemand ontmoet en we hebben een belangrijk gesprek. Ik vertel het later wel. Oké?"
Carolien probeerde zijn aandacht te trekken en hem te gebaren dat hij zijn afspraak moest laten doorgaan, maar hij negeerde haar.
"Oké, ik weet wanneer mijn gezelschap niet op prijs wordt gesteld. Dan ga ik maar naar huis want ik heb een zware dag gehad. Bel me morgen maar. Trouwens, heb je al besloten wat je met je nieuw verworven rijkdom gaat doen?"
Marcel klonk moe en teleurgesteld en Willem voelde zich een beetje schuldig maar hij antwoordde resoluut: "Jazeker. Ik geef alles aan het Leger des Heils." Hij hield de telefoon een eind bij zijn oor vandaan.
"Wat!"
Willem verbrak de verbinding en stopte de telefoon terug in zijn jaszak.

Nadat Willem de achtergrond van zijn beslissing had verklaard aan een verbijsterde Carolien en ze haar zelfbeheersing hervonden had, nam ze zijn handen in de hare en zei: "Weet je het zeker? Je zegt dit toch niet naar aanleiding van wat ik je vanavond allemaal verteld heb?"
"Natuurlijk doe ik het op basis van wat je me verteld hebt. Je hebt me ervan overtuigd dat het geld op die manier op de best mogelijke manier besteed wordt."
"Ja maar... Willem, ik weet niet wat ik moet zeggen. Als je het serieus meent dan zou dit een enorme impuls zijn voor de dingen die we kunnen doen op allerlei gebieden, maar ik voel me toch op de een of andere manier schuldig. Je bent op het moment niet gelukkig en ongelukkige mensen doen vaak impulsieve dingen waar ze later spijt van krijgen."
Hij lachte en pakte de stapel Strijdkreten uit haar openstaande tas.
"Oké, dan koop ik deze stapel tijdschriften wel. Als je me een gironummer geeft dan schrijf ik morgen het geld over, als je me tenminste vertrouwt." Zijn ogen schitterden van vastberadenheid en Carolien voelde uit pure vreugde de neiging haar armen om hem heen te slaan.
"Je moet weten", vervolgde hij, "dat ik de helft van dat geld toch verplicht zou moeten hebben afstaan. Ik zal je niet vervelen met de details, maar laat ik volstaan met te zeggen dat als ik het geld zou houden ik de ongelukkigste man van de wereld zou zijn. Ik heb niets te verliezen. Als je dat prettiger vindt zal ik de prijs van het lot van het bedrag aftrekken, zodat ik er echt niets bij ingeschoten ben. Goed?"
Carolien keek hem met een stralend gezicht aan.
"Nu hoeven we alleen nog de overdracht te regelen. Hoe zal ik het aan je geven?"
Ze fronste haar wenkbrauwen. "Je geeft het niet aan mij, maar aan het Leger. Dat begrijp je toch wel, hoop ik?"
"Volkomen mee eens."
Carolien rommelde wat in haar tas op zoek naar folders voor donateurs die ze bij zich behoorde te hebben.
"Normaal gesproken heb ik altijd wel wat boekjes bij me met bankrekeningnummers enzo, maar vandaag dus niet. Misschien staat er iets in de Strijdkreet." Ze raakte er helemaal van in de war, het was ook allemaal zo onwerkelijk. Een wildvreemde man stond op het punt een omvangrijke donatie aan het Leger te doen en dat was waarschijnlijk grotendeels te danken aan haar verkooppraatje. Ze wist niet of ze beschaamd of trots moest zijn en voelde zich net een geldbeluste zakenvrouw die op het punt stond een gigantische order binnen te halen.
"Als je het niet erg vindt, lieve schat, dan stort ik het liever op jouw bankrekening. Dan kun jij zorgen dat het goed terechtkomt. Dat maakt het ook iets persoonlijker. Geef me gewoon je rekeningnummer en ik beloof je dat ik het morgenochtend overschrijf."
Carolien werd er een beetje draaierig van. Door het licht achter hem leek het net of er een aureool om Willem's hoofd hing. De wens is hier de vader van de gedachte, grinnikte ze inwendig. Toch had ze nog haar twijfels en vond ze het eng om zomaar haar rekeningnummer aan iemand te geven. Maar na Willem nog eens goed aangekeken te hebben, schreef ze haar nummer op een servetje en overhandigde het aan hem. Het was alsof ze werd meegevoerd door een reeks opeenvolgende gebeurtenissen waar ze geen enkele controle over had.
"Wacht even, Willem." Ze wilde proberen dit zo verstandig mogelijk op te lossen. "Waarom spreken we morgen niet af? Dan kan ik zorgen dat ik het juiste rekeningnummer van het Leger des Heils bij me heb zodat we het netjes kunnen afhandelen. Dit is te waanzinnig voor woorden."
"Geloof je niet in het noodlot, lieve schat? Nee, waarschijnlijk niet, maar ik wel. Ik geloof dat onze ontmoeting vanavond voorbeschikt was. Op de een of andere manier ben ik er absoluut zeker van dat dit de juiste manier is om dit te doen. Ik weet dat het objectief gezien een absurde situatie is, maar lieve Carolien, laat je alsjeblieft voor één keer meevoeren op de vleugels van vrouwe Fortuna. Dit is voor ons allebei een unieke, onvergetelijke avond en er kan niets fout gaan. Vanavond heb ik het gevoel - en geloof me, dat is voor mij een unieke ervaring - dat ik doe wat ik moet doen. Ik heb trouwens ook het sterke vermoeden dat we elkaar na vanavond nooit meer zullen zien."
Carolien lachte hem uit. "Het spijt me wel, Willem, maar om het maar eens in goed Nederlands te zeggen, je zit nu toch echt uit je nek te lullen. Bovendien, als blijkt dat ik mijn bankrekeningnummer aan een of andere oplichter heb gegeven zal ik je de rest van je leven blijven achtervolgen. Zullen we dus maar een afspraak maken voor morgenavond om onze nieuwe vriendschap voort te zetten? Wat dacht je van acht uur op deze zelfde plek? En nu moet ik echt mijn ronde voortzetten anders wordt er morgen over me geroddeld door mijn collega's omdat ik met een lege collectebus ben teruggekomen." Ze pakte haar spullen bij elkaar maar liet de stapel Strijdkreten op de stoel liggen.
"Is dat afgesproken?" Ter bezegeling pakte ze zijn hand om deze te schudden.
"Misschien, lieve schat, misschien." Zijn brede glimlach straalde warmte en oprechtheid uit, maar merkwaardig genoeg ook opluchting. Eindelijk laat hij zijn ware gezicht zien, dacht ze terwijl ze de straat op liep. Ze keek nog een keer om maar zag hem niet meer zitten. Diep inademend, vulde ze haar longen met de van regen verzadigde lucht en ging op weg met verende tred en duizend-en-een twijfels rondtollend in haar hoofd.

Ze had geen idee hoe ze in die slecht verlichte steeg terecht was gekomen. Nadat ze langs een aantal kroegen en eethuisjes was geweest, met verschillende mensen had gesproken en de dames achter de ramen in het voorbijgaan vriendelijk gegroet had, was ze redelijk tevreden over zichzelf geweest. Aan het gewicht van de collectebus kon ze voelen dat ze ook wat dat betreft toch nog een redelijk resultaat behaald had. Natuurlijk was Willem geen seconde uit haar gedachten geweest. Zelfs als hij alsnog van gedachten zou veranderen, wat redelijkerwijs zeer waarschijnlijk geacht moest worden, had ze hun ontmoeting plezierig gevonden. Ze nam zich voor om als ze straks thuis was de gebeurtenissen van vanavond in haar dagboek op te schrijven. In gedachten verzonken, was ze op onverklaarbare wijze de donkere steeg ingelopen, iets wat ze normaal gesproken nooit zou hebben gedaan. Het enige licht kwam van de straat achter haar en haar schaduw viel onheilspellend voor haar uit op het plaveisel.
De haren in haar nek gingen recht overeind staan toen ze de stem hoorde.
"Hier met die collectebus!"
"Wat?" Ze had zich omgedraaid maar had zijn gezicht niet hunnen zien. Door het tegenlicht zag ze slechts een silhouet.
"Schiet op. Geef me het geld!"
De wanhoop in zijn stem gaf haar de valse hoop dat ze zich hier wel uit kon bluffen.
"Ben je helemaal gek? Je krijgt helemaal niets. Als je nu rustig weggaat zal ik niet gaan gillen."
Deze moedige poging faalde jammerlijk en ze voelde een doffe pijn aan haar slaap toen ze neerviel. Ze had de collectebus nog stevig vast toen ze opkeek en de jongen, want meer dan een bange tiener was het niet, zag uithalen voor de volgende klap. In afwachting van de slag deed ze een schietgebedje. Het volgende moment zag ze de jongen kronkelend van de pijn op de grond liggen terwijl een zo mogelijk nog angstaanjagender silhouet zijn plaats had ingenomen en boven haar ter aarde geworpen lichaam uittorende.
"Alles oké, liefje? Maak je maar geen zorgen, hoor. Ik heb hem een lesje geleerd, en goed ook."




10.Een verrassing voor Roy

"Ze zei dat ik je interessant zou vinden. Ik ben trouwens Katherine, met een K."
Het volle, doorrookte stemgeluid van de vrouw onderbrak Roy's gedachten.
"O sorry, ik was even heel ver weg. Ik ben Roy." Met moeite onderdrukte hij het beeld van Elfriedes gezicht dat in zijn hoofd ronddwaalde.
"Leuk je te ontmoeten, Roy."
"Ik heb geen idee waarom ik hier ben", zei hij met van verbazing overslaande stem. "Wat een merkwaardig mens. En nu is ze verdwenen."
"Weet je waar ze woont?"
"Geen idee."
"Dan zul je moeten wachten totdat je haar weer tegenkomt, lijkt me. Misschien heeft die ontmoeting een bepaalde mystieke betekenis. Ik ben dol op mystiek. Jij ook?"
Roy observeerde de vrouw die nu op de plek van de oude zwerfster zat. Ze had glanzend, kastanjebruin haar tot op de schouders, amandelvormige, donkerbruine ogen, een fijne neus en volle, rode lippen. Prachtige vrouw, dacht hij, een beetje veel make-up maar toch elegant en zelfs chic.
"Wil je iets drinken? Sorry dat ik zo afwezig was, ik heb je nog niet eens bedankt."
Ze keek hem in de ogen en hij voelde een tinteling door zijn lijf gaan. Dit was een zeer pikante dame.
"Ja, ik wil graag wat met je drinken, maar niet hier. Het is hier een beetje te vol en te rokerig, vind je niet? Ik weet een tent hier verderop in de straat waar het wat rustiger is."
"Oké. Jij bent de gids." Roy voelde zich alsof hij op een trein was gestapt die niet zou stoppen voordat het einddoel bereikt was. Ondanks het lichte schuldgevoel over het feit dat hij met een aantrekkelijke vrouw op stap ging terwijl Candice ziek op bed lag, had hij voldoende alcohol achter de kiezen om gebiologeerd achter Katherine aan de straat op te lopen. Als het dit was waar Elfriede het over gehad had, als het dit soort 'nieuwe dingen' waren die hij moest beleven, dan was hij best bereid het te laten gebeuren.

Ze had hem meegetroond naar een bar met een totaal andere ambiance. Er zaten allerlei artistieke types in de enorme ruimte. De meeste bezoekers waren gekleed in spijkerbroek en een merkwaardige mengeling van andere kledingstukken - Candice zou het ongetwijfeld als sjofel bestempeld hebben; er waren hier geen designer labels te bekennen - en toch kwamen ze heel chic over. Het was niet een met opzet gecreëerd imago, de mensen droegen de kleding waar men zich prettig in voelde. Dit moest zo'n typisch Europees café voor intellectuelen zijn waar hij zo vaak over gelezen had. De hele sfeer maakte een diepe indruk op de republikein uit Florida. Dit bohémien-achtige leven was wat hij eigenlijk voor zichzelf ambieerde.
De muren waren in art deco-stijl gedecoreerd en van het hoge, gepleisterde plafond strekten enorme kroonluchters hun armen uit boven de antieke, eikenhouten tafels. De lange, gewelfde bar was afgezet met koper en de biertap leek voorzien te zijn van ivoren knoppen. In de uiterste hoek van de ruimte was een smeedijzeren wenteltrap die naar een soort balkon leidde waar men gezeten aan tafeltjes het gebeuren in de grote ruimte beneden kon observeren. Roy genoot met volle teugen en voelde zich hier helemaal in zijn element. Zoiets bestond niet in Florida en hij wou dat hij twintig jaar jonger was zodat hij opnieuw kon beginnen met een totaal ander leven en zich kon ontwikkelen tot de Roy die hij eigenlijk had willen zijn. Hij vond Katherine verrukkelijk gezelschap, ze was geestig, beschaafd en vooral bevallig. Hij keek hoe haar handen vloeiend bewogen en haar vingers expressief heen en weer fladderden terwijl ze over van alles en nog wat praatte. In vergelijking met haar voelde hij zich naďef en onhandig.
"Dus je begrijpt, Amsterdam heeft vele gezichten. Net als in San Francisco, zijn hier veel mensen van elders naar toe gekomen om hun leven op te bouwen. Dat verrijkt een stad, vind je niet? Het geeft kleur. Ik zie Amsterdam altijd als een Rauschenberg of een Eduardo Paolozzi, een collage samengesteld uit losse lagen en elementen die continu veranderen en worden vervangen maar toch op de een of andere manier een bruisend, levend geheel vormen. Heb je wel eens gehoord van Mimmo Rotella? Hij noemde het 'decollage' en scheurde posters in kleine stukjes om ze vervolgens weer terug te plakken zodat je de laag eronder nog kon zien. Zo is het met Amsterdam ook. Ze zijn altijd bezig stukjes weg te breken en weer op te vullen, maar het geheel wordt er niet door aangetast, je blijft altijd het oorspronkelijke Amsterdam zien, begrijp je?"
Hij begreep het volkomen en was onder de indruk van haar kennis. De namen die ze had genoemd kende hij niet, maar ze had duidelijk uitgelegd wat ze bedoelde. Hij voelde zich geďnspireerd en verlicht voor de tweede keer deze avond, maar deze keer liet hij zijn stemming niet bederven door de doorsnee-Amerikaan die in hem huisde.
Ze luisterde aandachtig naar zijn relaas over de ontmoeting met Elfriede, en knikte veelbetekenend terwijl hij probeerde duidelijk te maken hoezeer hij onder de indruk was geweest van haar wijsheid en tegenstrijdigheden. Waarom zij op de plaats van Elfriede had gezeten, vertelde ze echter niet en hij vroeg er ook niet naar. Tussen neus en lippen door had hij verteld over zijn huwelijk met Candice maar was er verder niet op ingegaan en zij had hem over dat onderwerp ook verder geen lastige vragen gesteld. Hij was vastberaden deze avond niet te laten verpesten door het beeld van een uit haar vel springende Candice. Hij liet zich meevoeren met de gebeurtenissen en hoewel hij dat weet aan de hoeveelheid alcohol die hij tot zich genomen had, leek het alsof zijn leven pas vanavond begonnen was.
"Wat zullen we nu gaan doen?" Ze vroeg het met de vaste overtuiging dat de avond voor hen beiden nog niet voorbij was. Hij wist waar ze op doelde, maar voor hem leek de vraag van toepassing te zijn op zijn hele leven.
"Geen idee. Het is jouw stad. Zeg het maar. We kunnen hier ook nog even blijven, maar ik wil je niet afhouden van eventuele andere plannen die je voor vanavond had."
Ze lachte en op dat moment wist hij dat hij met haar naar bed wilde. Tegelijkertijd zei iets in hem dat dat geen goed idee was, dat er iets niet helemaal klopte aan deze vrouw. Die geluiden werden echter makkelijk overstemd door zijn op gang gekomen libido. De grote vraag was of zij er ook zin in had. Hij kon het zich nauwelijks voorstellen. Immers, hij was vierenveertig, had een buikje en zijn haar begon al grijs te worden. Maar er waren nog meer factoren die de laatste tijd zijn zelfvertrouwen ernstig hadden ondermijnd. Hij weet deze onzekerheden grotendeels aan de druk die Candice al die jaren op hem uitgeoefend had. Hoe oud zou Katherine zijn? Moeilijk te zeggen en hij zou zich er zeker niet aan wagen om het te raden. Die spelletjes kende hij van de cocktailparty's in Florida. Desondanks schatte hij haar vroeg in de dertig, hetgeen niet bepaald een geruststelling was dat hij haar kon versieren.
"Oké, ik weet nog een andere tent waar je ook kunt dansen. Hou je van dansen?"
Ze was ondertussen opgestaan en hij sprong op om haar in haar jas te helpen.
"O wat een galante heer. Een echte gentleman."
Ze schonk hem een brede glimlach die hem deed wegsmelten. Hij hield absoluut niet van dansen, maar vanavond stond hij overal voor open.

Toen hij voor het eerst op zijn horloge keek, zag hij dat het al half twee was. Ze hadden gedanst, gedronken en over van alles en nog wat gebabbeld in een hele reeks verschillende gelegenheden. Ze waren zelfs in een homobar geweest waar hij voorgesteld was aan een paar vrienden van Katherine. Hij voelde zich tot in zijn poriën gelukkig en had het punt bereikt dat het hem niet meer uitmaakte of hij nu wel of niet met haar naar bed zou gaan. Zijn heropvoeding was begonnen en hij zou nooit meer dezelfde zijn. Hij kreeg het echter op een presenteerblaadje aangeboden.
"Ik geloof dat ik er genoeg van begin te krijgen, Roy. Zullen we bij mij thuis nog een kop koffie drinken?"
Hij kon in haar ogen zien wat de werkelijke bedoeling van deze uitnodiging was en zonder aarzeling pakte hij haar hand terwijl ze hem naar buiten leidde om een taxi aan te roepen.

Haar woning was precies zoals hij het zich voorgesteld had, simpel maar stijlvol. Er stonden niet veel spullen, maar alles was zorgvuldig gekozen en geplaatst. Een paar grote planten completeerden het beeld. Zelfs de mannelijke naakten aan de muur vond hij enigszins erotisch. Wat was er toch met hem aan de hand vanavond? Hij realiseerde zich dat de inrichting in koloniale stijl van hun huis in Florida de keus van Candice en nooit de zijne was geweest. Ook op andere terreinen zou hij van nu af aan zijn eigen beslissingen gaan maken, hoewel hij zich een toekomst zonder Candice niet kon voorstellen.
Nadat ze een kop sterke koffie gedronken hadden en de conversatie enigszins geforceerd voortkabbelde, kwam Katherine naast hem op de bank zitten.
"Ik heb een heerlijke avond gehad, meneer Roy. Jij ook?"
"Dat hoef je toch niet te vragen. Het is lang geleden dat ik zoveel plezier gehad heb en dat heb ik aan jou te..."
Voordat hij zijn zin kon afmaken voelde hij haar lippen op de zijne, haar handen op zijn dijen en haar parfum dat naar zijn hoofd steeg. Hij nam het initiatief over en hield haar hoofd in zijn handen terwijl hij haar zoende met een wild verlangen. Zijn hele lichaam tintelde van opwinding en door de jaren van opgehoopte frustratie was hij iets te hardhandig in zijn liefkozingen.
"Voorzichtig, je drukt me helemaal plat. Doe maar rustig aan."
Hij kon zijn gezicht weerspiegeld in haar ogen zien. Pure lust welde in hem op en hij zoende haar opnieuw, nu met meer beheersing. Met zijn handen bevrijdde hij voorzichtig haar borsten uit de beha en liet zijn tong over de tepels glijden. Ze kreunde verwachtingsvol en greep naar zijn gulp, trok de ritssluiting naar beneden en liet haar vingers naar binnen glijden. Jezus, hij is in jaren niet zo stijf geweest, schoot er door hem heen. Met zijn vrije hand zocht hij via de gladde binnenkant van haar dijen de warme vochtigheid van haar kruis. Opeens werden zijn ogen groot en ging hij rechtop zitten om in opperste verbazing naar het hijgende wezen dat half onder hem lag te staren.
"Wat krijgen we nou!"
"Jij mag het zeggen, schatje", fluisterde ze. "Wil je het met me doen of niet?"
Hij keek haar aan, haar perfecte gezicht, haar prachtige borsten en haar hand die zijn ballen streelde. Opeens kwam alles bij elkaar en had hij een verklaring voor de knagende twijfel die hij had gevoeld.
"Wat maakt het uit. Je leeft maar één keer!"
The Amsterdam Series Home
11. Marcels ziekenhuisbezoek

Na vluchtig onderzocht en vervolgens gezond verklaard te zijn door een nogal laconieke arts van de Eerste Hulp, vervoegde een nog steeds enigszins aangeslagen Marcel zich bij de receptie om te vragen hoe het met het slachtoffer was.
"Bent u familie? Nee? Ik zal kijken wat ik voor u kan doen. Ik weet niet of meneer al bijgekomen is." De Aziatische verpleegkundige keek hem vriendelijk aan en pakte de telefoon op.
"Waarom neemt u niet een kop koffie terwijl ik uitzoek hoe het met hem is."
Hij wandelde naar de automaat, nam een beker koffie en ging in de wachtruimte zitten. Er zaten verschillende mensen, ieder geďsoleerd in zijn eigen gedachten. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal, mijmerde Marcel terwijl hij om zich heen keek. Een sjofel geklede negerin keek op, wuifde hem vrolijk toe en zei: "Dag liefje. Hoe gaat het?"
Hij negeerde haar. Een conversatie met een oude zwerfster was wel het laatste waar hij op dit moment behoefte aan had. Haar blik ontwijkend, keek hij op de klok. Het was pas drie uur, hij dacht dat het al veel later was. Hij pakte een tijdschrift van de tafel en probeerde zonder succes wat te lezen. Na ongeveer vijf minuten riep de verpleegster hem.
"Het schijnt dat meneer Van Hulst wakker is en u graag even wil zien. Aan het einde van de gang links, hij is in kamer 14."
Marcel bedankte haar en liep de gang in. Net toen hij de kamer wilde binnengaan, kwam er een verpleegster met een blad met buisjes en instrumenten naar buiten.
"Bent u degene die bij het ongeluk aanwezig was? Hij mag eigenlijk nog geen bezoekers hebben, maar hij stond erop dat als u er nog was hij u graag zou zien. Vermoeit u hem alstublieft niet te veel, hij moet straks weer naar de röntgenafdeling en dan naar de gipskamer. Vijf minuten, oké?"
Marcel opende de deur en ging naar binnen. Hij lag op het bed, onder een groen laken, bijna volledig ingepakt in verband en met een infuus in zijn arm. Voor zover Marcel kon overzien waren zijn gezicht en armen flink toegetakeld en hij voelde een diep medelijden met de jongen. Langzaam liep hij op het bed af.
"Hallo, hoe voel je je?"
De jongen opende zijn ogen en glimlachte zwakjes.
"Het gaat wel. Jij bent degene die de ambulance heeft gebeld enzo?"
"Nou, eigenlijk heb ik niet veel gedaan. Ik was alleen de eerste ter plekke, dat is alles." Marcel lachte schaapachtig en voelde het bloed naar zijn hoofd stijgen.
"In ieder geval bedankt." De jongen stak zijn vrije, krachteloze hand uit en Marcel schudde hem voorzichtig.
"Het was niets, geloof me. Volgens mij heb je heel erg veel geluk gehad. Het had veel erger kunnen zijn. In ieder geval was het geen prettig gezicht." Hij staarde naar zwaar toegetakelde gelaatstrekken. Wat een prachtige grijze ogen, verzuchtte hij bij zichzelf.
Nu was het de beurt aan de patiënt om schaapachtig te lachen.
"Ik ben Ben van Hulst trouwens." Hij stak zijn hand opnieuw uit.
"Marcel van Ommen. Aangenaam."
Ben richtte zijn hoofd op. "Luister, kun je mij een heel groot plezier doen?"
"Tuurlijk. Zeg het maar."
"Ik was op weg naar de winkel van mijn vriendin toen het gebeurde. Ik zou daar om één uur zijn. Hoe laat is het nu?"
Dat betekent dus geen romantische mogelijkheden met deze kwetsbare jongeling, ging er door Marcel heen. Nou ja, je kunt niet alles hebben.
"Iets over drieën."
"Shit. Ze zal woedend zijn. Heb je een mobieltje bij je?"
"Nee, sorry, toevallig niet. Heb je haar nummer?"
"Ja. Zou je haar willen bellen en vertellen wat er gebeurd is? Het nummer is... Heb je een pen? Oké. Het is 6234096. Fantastisch, dankjewel. Ze heeft een tweedehands boekwinkel in de Tuinstraat."
"Goed, ik zal haar meteen even bellen en dan kom ik terug. Als ze je dan al opgehaald hebben, zal ik een boodschap achterlaten." Marcel wilde net vertrekken toen hij opeens een idee kreeg.
"Zal ik morgen nog even langswippen om te kijken hoe het met je gaat?"
"Ja, gezellig. Leuk om bezoek te krijgen. Dan ben ik waarschijnlijk ook weer wat communicatiever. En alvast bedankt voor het telefoontje."
Marcel stak ten afscheid zijn hand op en vertrok. Waarom had hij dat in godsnaam aangeboden? Hij kende hem niet eens, maar hij voelde zich op de een of andere manier verantwoordelijk en hetero of niet, zelfs in zijn huidige staat was het een leuke jongen.

Hij had het nummer dat Ben hem gegeven verschillende keren gebeld maar er werd steeds niet opgenomen, dus besloot hij bij de winkel langs te gaan om daar een briefje in de bus te doen. Het was niet ver en toevallig hadden Willem en hij eerder op die dag daar in de buurt koffie gedronken. Toen hij terugkwam op de kamer bleek Ben al opgehaald te zijn en dus liet hij een boodschap achter. Eigenlijk zou hij het liefst direct naar huis gegaan zijn, maar hij zag het als zijn verplichting om de vriendin te waarschuwen. Hij liep de koude buitenlucht in op zoek naar een taxi.

Mia had nog vrij lang in het café op de hoek gezeten. Ze had wat gegeten, de kranten doorgenomen en even gebabbeld met het meisje achter de bar. Ondertussen had ze steeds de straat in de gaten gehouden in de hoop dat ze Ben zou zien langsfietsen. Uiteindelijk was ze maar teruggegaan naar de winkel omdat ze thuis toch ook niets te doen had. Ze zou wat kunnen opruimen, dat was zeker geen overbodige luxe. Terwijl ze opnieuw met het weerbarstige slot in de weer was, hoorde ze tot haar opluchting de telefoon rinkelen. Dat moest Ben zijn. Ze zou hem even flink op z'n nummer zetten maar was tegelijkertijd blij een teken van leven te ontvangen. Maar zoals zo vaak, was er net opgehangen toen ze de telefoon oppakte. Moedeloos en zwaar geďrriteerd keek ze rond waar ze zou beginnen met opruimen.

De taxi hield stil voor de boekwinkel en Marcel tuurde naar binnen op zoek naar een teken van leven. Hij meende een zwak lichtschijnsel te zien en dus betaalde hij de chauffeur, vroeg hem nog even te wachten en klopte op de deur van de winkel. Het was ondertussen vrij hard gaan regenen en het werd snel donker. Hij keek door het raam, dacht iemand te zien en wuifde de taxi weg.
Mia schrok op toen ze het kloppen op de deur hoorde. Eindelijk, dacht ze terwijl ze automatisch naar de spiegel liep om zichzelf te inspecteren. Van haar eerdere inspanningen zich op te tutten was niet meer veel te zien, sterker nog, ze zag eruit alsof ze net uit bed kwam. Het kon haar niet schelen, haar erotische stemming was volledig verdwenen. Toen ze ontdekte dat het Ben helemaal niet was, was ze eerst van plan geweest dekking te zoeken en de onbekende indringer te negeren, maar haar nieuwsgierigheid won het van haar voorzichtigheid.
"We zijn gesloten", gesticuleerde ze van achter het raam.
"Dat weet ik", schreeuwde hij. "Ik ben geen klant, ik kom namens Ben."
Marcel begon er genoeg van te krijgen. Hij was doodmoe en doorweekt van de regen en dat stomme wijf zat moeilijk te doen.
"Kun je even open doen? Ik moet je iets vertellen over Ben!" Deze keer had hij nog wat harder geschreeuwd, met succes want ze opende de deur.
"Hallo. Jij bent Mia, klopt dat?"
Ze knikte terwijl ze de druipende man in de deuropening van top tot teen opnam. Niet slecht, dacht ze. Goed verzorgd. Leuk gekleed ook.
"Het gaat over Ben. Hij heeft een ernstig ongeluk gehad."

Later die avond zat Marcel achter een biertje te wachten op zijn beste vriend terwijl de gebeurtenissen van die dag nog door zijn hoofd spookten. Na zijn kortstondige bezoek aan de boekwinkel was hij als een haas naar huis gegaan, had een douche genomen, schone kleren aangedaan en was snel weer de deur uitgegaan om op tijd te zijn voor zijn afspraak met Willem. Ondanks zijn moeheid ging hij toch maar de stad in omdat hij de behoefte voelde om met iemand te praten over wat hem overkomen was. De kroeg was half leeg en volkomen levenloos. Er waren slechts een paar toeristen, de teleurstelling over de verschraalde sfeer duidelijk op het gezicht te lezen, en een paar afgestompte kroegtijgers die verveeld en met wallen onder de ogen van hun flesjes bier nipten.
Er verandert hier ook nooit wat, dacht Marcel. Een typische doordeweekse avond hartje winter. De onveranderlijke en afgeleefde aankleding van de zaak waar Marcel zeer vertrouwd mee was gaf hem zowel een gevoel van troost als van een intense neerslachtigheid. Je moet hier echt voor in de stemming zijn, peinsde hij. Anders zie je wat het eigenlijk is; een smerig, goedkoop en zeer deprimerend zooitje.
Toen Willem na een kwartier nog niet was komen opdagen, besloot hij hem te bellen hopende dat hij zijn telefoon bij zich had. Willem kon overal zijn, met wie dan ook. Het was niet de eerste keer dat dit was gebeurd. Hij pakte zijn mobiele telefoon en drukte het nummer van Willem in.

Nadat de verbinding verbroken was, begon Marcel te twijfelen of hij het wel goed gehoord had. Zijn geld aan het Leger des Heils schenken! Was hij helemaal gek geworden? Oké, Willem was excentriek en onvoorspelbaar, maar dit? Misschien was hij dronken geweest. Maar daar had hij veel te serieus en vooral te nuchter voor geklonken. Hij kwam er niet uit, de verklaring voor dit raadselachtige gedrag van zijn vriend zou tot morgen moeten wachten. Hij nam een slok van zijn bier en staarde vervolgens naar het etiket op het flesje. Zijn gedachten dwaalden weer af.
Die Mia, dat was ook een raar wijf. Ze had geen krimp gegeven toen hij haar over Ben had verteld. Blijkbaar kon het haar geen reet schelen. Zo'n lieve jongen. Hij had verwacht dat ze als een gek naar het ziekenhuis zou gaan, maar ze had er heel kalm bijgestaan en zei dat ze hem morgen wel zou opzoeken. Echt een kouwe kikker! Merkwaardig. Maar ja, wie ben ik om daarover te oordelen. Ik weet helemaal niet wat voor relatie ze hebben.
Op dat moment kon hem dat ook verder niet schelen. Zijn hoofd begon te tollen. Hij liet zijn biertje staan, trok zijn jas aan en ging op huis aan.




12.Gerrits cyberbedrog
"Goedenavond meneer. Wij zijn van de recherche. Bent u gjs@hotmail.com?"
Nadat een verschrikte Gerrit de twee mannen van de politie had binnengelaten en ze hun aanwezigheid hadden verklaard, arriveerde Candice bij zijn voordeur.
"Het duurde zo lang dat ik dacht: kom ik ga eens kijken hoe een echt Nederlands mannenappartement eruit ziet. Ik hoop dat..." Ze kreeg zijn gasten in het oog. "O sorry, ik zie dat je bezoek hebt."
Haar vriendinnen zouden Candice zo niet herkend hebben, met een badjas over haar dunne nachthemd en hoewel ze geprobeerd had haar kapsel enigszins in model te krijgen zag ze eruit alsof ze zojuist haar vingers in het stopcontact had gehouden. Ondanks zijn staat van verwarring, vond Gerrit dat ze er aanbiddelijk uitzag.
"Weet je nog dat ik je verteld heb over die toestand met Miranda?", fluisterde hij. "Nou, het schijnt een beetje uit de hand gelopen te zijn. Deze heren zijn van de politie."
Hij had een verontruste blik in zijn ogen.
"Jezus, wat lullig. Ik kan maar beter gaan, maar laat me weten als ik iets kan doen." Ze legde een hand op zijn arm en liep langzaam de trap op.
Wat is er met me aan de hand vanavond, vroeg ze zich af. Normaal zou ze van zoiets compleet in paniek raken. Tot een paar uur geleden zou ze bij slechts de lichtste verdenking van een schandaal gillend zijn weggelopen, en nu voelde ze medelijden met een volslagen vreemde die door de politie werd ondervraagd. In een stad die ze haatte terwijl haar echtgenoot verdwenen was, Joost mocht weten waar naar toe, liep ze daar rond in haar nachtpon nota bene!
Toch was ze er wel trots op hoe ze op de gebeurtenissen van die avond gereageerd had, en was ze eigenlijk wel blij dat Roy er niet bij was geweest. Gerrit had haar gevoel van zelfvertrouwen en onafhankelijkheid versterkt. Roy zou ongetwijfeld het tegendeel beweren, maar blijkbaar ontbrak het haar aan zelfvertrouwen. Ze merkte dat ze zich niet meer zo bedreigd voelde door de onbekende omgeving waar ze zich in bevond. God, wat had ze trek in nog een kop koffie! In plaats daarvan schonk ze zichzelf een groot glas cognac in, liet zich onderuitzakken in de versleten fauteuil, één been onbeschaamd over de leuning, en glimlachte met een tevreden gevoel.

"Goed meneer Den Breejen, we zouden u nu graag een paar vragen stellen, als u dat goed vindt." De rechercheur die gesproken had ging zitten op de rugleuning van een keukenstoel en keek Gerrit indringend aan. Zijn collega stond achter hem met een notitieboekje in de hand. Gerrit had plaatsgenomen aan de keukentafel, zijn maag begon danig op te spelen. Hij was tot dusver in zijn leven weinig in contact geweest met de politie, behalve dan die paar keer in verband met verkeersovertredingen tijdens zijn jeugd. Zijn naam kwam in geen enkel politiedossier voor en dat had hij graag zo willen houden. Door wat er nu gebeurde ging er een schok door zijn hele systeem en hij voelde zich heel klein worden. Hij besloot dat het het beste zou zijn om volledig open kaart te spelen.
"Ik heb zo'n vermoeden waar dit over gaat, maar ik kan niet zeggen dat ik er ook maar ene snars van begrijp. Ik heb de laatste tijd via e-mail gecorrespondeerd met een Amerikaans meisje, uit Cincinnati om precies te zijn. Gaat het daar over?" Uit de blik die de agenten met elkaar wisselden kon hij opmaken dat hij het bij het rechte eind had.
"Oké. Vanavond waren we zoals gewoonlijk aan het chatten toen er opeens een heel merkwaardig bericht doorkwam. Ze zei dat de politie ingelicht zou worden. Ik dacht dat ze een grapje maakte maar er kwam verder geen enkel bericht. Er gebeurde helemaal niets."
Goed meneer den Breejen, dan zal ik u nu vertellen wat wij weten en dan kunnen we bezien wat het probleem is, oké?" Gerrit knikte en begon zich al iets meer te ontspannen. Ze waren helemaal niet agressief, zoals hij zich altijd had voorgesteld. De agent die het woord voerde glimlachte zelfs vriendelijk. Die andere niet trouwens, die keek alsof hij net een citroen gegeten had.
"Een paar uur geleden kregen we een bericht door over een klacht van ene Mr. Lewins uit Cincinnati in Ohio. Dit heerschap schijnt ervan overtuigd te zijn dat zijn dochter het slachtoffer is van een pedofiel uit Amsterdam. Gaat er nu een belletje bij u rinkelen?" De glimlach had plaatsgemaakt voor een grimmige grijns. Gerrit's mond viel open, hij kon zijn oren niet geloven!
"Een pedofiel. U maakt een grapje! Ik ben in de verste verte niet geďnteresseerd in kinderen. Ik weet niet waar dit vandaan komt maar het heeft niets te maken met Miranda en mij."
"Vertelt u mij dan eens, meneer den Breejen, maakt u er een gewoonte van over seks te praten met dertienjarige meisjes? U schijnt zich de ernst van deze situatie niet te realiseren."
De staande agent had voor het eerst gesproken. Gerrit's ogen werden groot van verbazing. Hij voelde de verontwaardiging naar boven komen. Dit was te gek voor woorden.
"Ernst van de situatie? Waar heeft u het over. Het moet een grap zijn. Miranda is vijfentwintig. Er is dus niets aan de hand tenzij ze daar onlangs een wet hebben aangenomen dat je pas volwassen bent als je over de dertig bent! Moet u luisteren, ik kan het bewijzen. Het staat allemaal op mijn computer. U kunt het zelf zien."

Candice begon een beetje dronken te worden en geheel tegen haar gewoonte in genoot ze ervan. Het hielp de pijnlijke constateringen die uit haar overpeinzingen naar voren kwamen enigszins te verzachten. Ze moest toegeven dat ze een ouwe zeur en een zuurpruim was, maar had zichzelf altijd gerechtvaardigd door te stellen dat als zij hem niet zo achter zijn broek had gezeten, Roy nooit zo ver was gekomen als nu, en daarmee zij dus ook niet. Op dit moment echter werd ze bevangen door de twijfel of het wel zo strikt noodzakelijk was geweest als ze had gedacht. Ze hield van Roy, op zo veel manieren, maar het was op de een of andere manier nooit opportuun om dat te laten blijken. Dat zou haar zwakke punt blootleggen en Roy hield juist van haar kracht. Ze was een frigide vrouw aan het worden en ze realiseerde zich dat als er niets veranderde Roy haar uiteindelijk zou verlaten of op z'n minst een buitenechtelijke verhouding zou beginnen. De laatste tijd kon ze niet eens meer genieten van de seks, als daar al sprake van was. Ze had er een gewoonte van gemaakt haar orgasmen te onderdrukken om Roy in de waan te laten dat ze ook op dat gebied niet van hem afhankelijk was. Totdat er zich zelfs geen gelegenheid meer voordeed om tot een hoogtepunt te geraken omdat Roy zich de moeite wilde besparen. De laatste twee jaar was hun seksleven zeer beperkt en inspiratieloos geweest en een spontaan vluggertje op de keukentafel zat er al helemaal niet meer in. Arme Roy, wat heb ik hem aangedaan, vroeg ze zichzelf bedroefd af. Ik heb niet alleen hem gecastreerd maar mezelf ook. Op die regenachtige avond in Amsterdam doorzag Candice McKenna haar leven zoals het was. Na een goed en eerlijk gesprek met een jongere man en een flinke hoeveelheid cognac realiseerde ze zich dat, als het nog niet te laat was, ze een nieuw soort leven zou kunnen opbouwen, samen met Roy. Een leven waarin materieel gewin niet altijd voorop stond en niet ieder pleziertje voorzien hoefde te zijn van een duur prijskaartje. Met haar gedachten bij Roy begon ze zich zorgen te maken. Waar hing hij uit?

Het had hem meer dan een uur gekost, maar uiteindelijk kon Gerrit de politie er van overtuigen dat hij onschuldig was. Zich verontschuldigend hadden ze er wel op moeten staan de harde schijf van zijn computer voor onderzoek mee te nemen. Hij had gelukkig zijn hele correspondentie bewaard, inclusief foto's, hetgeen hem wel enigszins geneerde maar natuurlijk ook vrijpleitte. Op een gegeven moment begon hij de humor van de situatie wel in te zien. De agenten waren al veel eerder in dat stadium beland en hadden nog wat pesterige grapjes gemaakt bij de koffie die hij ze had aangeboden. Nadat ze vertrokken waren voelde Gerrit zich nog steeds opgelaten, belazerd en enigszins beverig. Voor het Amerikaanse puritanisme waar dit duidelijk een uitvloeisel van was had hij geen goed woord over, maar de reactie van de vader van Miranda kon hij wel begrijpen. Het was natuurlijk wel pech hebben dat de vader toevallig ook het plaatselijke hoofd van de politie was en dus snel een onderzoek had kunnen gelasten. Hij wist zeker dat het in Nederland niet zo erg uit de hand zou zijn gelopen, maar toch zorgde de hele affaire voor onprettige emoties en hij zou voorlopig niet kunnen slapen. Toen hij op zijn horloge keek, bleek dat het al bijna half drie was en dus te laat om nog even bij Candice langs te gaan. Hij zou haar de volgende ochtend wel spreken, bovendien zou haar man inmiddels wel thuisgekomen zijn.

Roy was bij thuiskomst, net na half vier in de ochtend, zo stil mogelijk geweest. Hij had het geluk gehad dat er net een taxi voorbijkwam toen hij de woning van Katherine had verlaten, want hij had geen flauw idee waar hij was. In de taxi had hij geprobeerd een geloofwaardig verhaal voor Candice in elkaar te draaien. Hij schaamde zich niet voor wat hij gedaan had, verre van dat, het was een van de meest opwindende avonden van zijn leven geweest, maar hij wilde haar gevoelens sparen. Morgen zouden er veranderingen in gang gezet worden, dat wist hij zeker, maar op dit moment had hij geen zin om zijn vrouw te kwetsen en bovendien, als Candice eenmaal in razernij was ontstoken dan was er geen houden meer aan. Alles op z'n tijd.
De hal van het appartement was donker en Roy glipte de keuken in, waar het licht vreemd genoeg wel aan was, om een sandwich te maken. Toen hij de woonkamer inliep zag hij tot zijn verbazing Candice liggen slapen, haar lichaam onelegant gedrapeerd over een fauteuil, een glas en een fles naast haar op de grond. Hij staarde naar het tafereel, zich schuldig voelend dat zijn nachtelijke uitspattingen deze staat van ontreddering bij zijn vrouw teweeg hadden gebracht. Op dat moment zag hij het onbekende jasje over een stoel hangen en begon hij te vermoeden dat het met die ontreddering van Candice wellicht wel was meegevallen.
           
  1. Carolien begint in het noodlot te geloven
  2. Een verrassing voor Roy
            
  1. Marcels ziekenhuisbezoek
  2. Gerrits cyberbedrog
daverich1041004.jpg daverich1041003.jpg
Kameleonesk